Einde juni leek er warempel dan toch nog schot te komen in het zomerweer. Maar
ruim acht maanden met veel regen, vaak compleet verregende dagen en soms hele
heftige buien kunnen wat zonnige dagen niet ‘even’ uitwissen. Hele stukken natuur
in Nederland staan nog steeds deels onder water en ook in de Hoeksche Waard
komen we bijvoorbeeld plantsoenen tegen in laag gelegen gebieden die nog vol
plassen staan.
Zonder aanwezigheid van enkele volwassen bomen zouden ze zelfs na weken met goed
weer nog lang kletsnat blijven. Dat was enkele jaren geleden ook één van de punten die
de inwoners van een wijk in Maasdam aanvoerden, om daar met succes de kap van een
rij van vijf circa 60 jaar oude esdoorns tegen te houden. Zonder deze bomen zou bij zware
buien de wateroverast nog erger zijn én langer duren. Een volwassen esdoorn kan in het
groeiseizoen soms per dag wel zo’n 150-200 liter water opnemen. Dat loopt in het hele
groeiseizoen op tot meer dan 15.000 liter. Met vijf volwassen bomen in een laag gelegen
gebied/wijk is de rekensom dan snel gemaakt. Zaag ze om en 20 tot 30 jaar lang zal de
wateroverlast toenemen. Jonge aanplant kan dat pas na enkele decennia opvangen.
Esdoorns zijn overigens niet de kampioenen voor wat betreft wateropname. Ze komen
waar het gaat om boomsoorten die vaak in de bebouwde omgeving worden aangeplant
ergens in de middenmoot uit.
Oude bekende kampioenskandidaat
Eiken en beuken horen ook bij die groep boomsoorten die dagelijks rond de 200-250 liter
water opnemen. Maar volwassen notenbomen gaan daar in het groeiseizoen nog
overheen met tussen de 250-400 liter aan wateropname. Wie komt er in ons land dan in
aamerking voor de titel van kampioen wat betreft de wateropname per dag? Zeer
waarschijnlijk komen we dan uit bij oude bekenden. De treurwilg en de zwarte populier.
Daarbij moeten we aantekenen dat de Canadese populieren, mist ze oud genoeg kunnen
en mogen worden ongeveer gelijk opgaan met de oorspronkelijke zwarte variant. Een
groot formaat volwassen, zwarte populier kan soms wel tot bijna 1500 liter water tot zich
nemen per dag. En inderdaad, dat is een hele slok op een borrel, om er maar even een
oud gezegde bij te halen. Het is glashelder dat de aanwezigheid van zulke bomen langs
wegen, in bosplantsoenen, parken en ook in bossen tijdens perioden met veel of extreme
regenval een verschil kunnen maken. Wilgen en ook populieren zijn van oorsprong ook
bomen die gewend zijn aan (op)groeien in een waterrijke omgeving. Die ‘rijen ondenkbaar
ijle populieren’, uit het bekende gedicht (‘Herinnering aan Holland’) van Marsman zijn dus
niet alleen ethetisch en landschappelijk waardevol.