Zondag 30 juli vond in Rotterdam bij het Joods Kindermonument en `de Muur´ de jaarlijkse herdenking plaats van de deportaties vanuit Loods24 van Joodse Rotterdammers en joden van de Zuid-Hollandse eilanden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onder hen bevonden zich ook inwoners van de Hoeksche Waard.
Vanuit Loods 24 zijn op 30 juli 1942 de deportaties begonnen van Joodse Rotterdammers en Joden van de Zuid-Hollandse eilanden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse bezetter de loods als verzamelplaats voor de deportatie. In 8 transporten zijn bijna 7.000 mensen gedeporteerd en vermoord.
`De Muur´ en het Joods Kindermonument
Na de oorlog is de loods afgebroken. Bij de ontwikkeling van de Kop van Zuid werd besloten om de voormalige plek van de loods zelf open te houden als plaats van herinnering. Een stuk van de toenmalige stenen omheining is behouden en is sinds 1992 een herinneringsmonument. In 2013 is bij de `Muur´ ook het Joods Kindermonument gerealiseerd. Het Joods Kindermonument noemt alle 686 namen van Joodse kinderen tot en met 12 jaar die vanaf die plek zijn gedeporteerd en vermoord. Jaarlijks is hier een herdenking op de dag dat de eerste trein naar Westerbork vertrok.
Kranslegging namens gemeentebestuur Hoeksche Waard
Na speeches van oud-minister Uri Rosenthal (voorzitter stichting Joods Leven Rotterdam) en Tim Versnel (locoburgemeester Rotterdam), vond een kranslegging plaats. Locoburgemeester Paul Boogaard was aanwezig bij de herdenking en heeft een krans gelegd namens het gemeentebestuur van gemeente Hoeksche Waard.
Foto: Pressure Line