Gemeente Hoeksche Waard valt landelijk op met een succesvolle aanpak voor de vroegsignalering van schulden. Minister Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) liet zich hier graag over bijpraten en kwam maandag 8 mei op bezoek bij HWwerkt! in Oud-Beijerland. Daar ging zij in gesprek met wethouder Paul Boogaard (Sociale Zaken), vertegenwoordigers van koepelorganisatie Divosa en een aantal inwoners over de succesfactoren en ervaringen met de Hoeksche Waardse aanpak.
Landelijk beleid
Om problematische schuldsituaties zoveel mogelijk te voorkomen en schuldsituaties in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren, geven vastelastenpartners – bestaande uit woningverhuurders, zorgverzekeraars, energieleveranciers en drinkwaterbedrijven – sinds 1 januari 2021 signalen van betalingsachterstanden door aan gemeenten. Gemeenten zijn vervolgens verplicht om de betreffende inwoners een hulpaanbod te doen. Gemeenten bepalen hierbij zelf hoe zij de signalen behandelen.
Persoonlijke aanpak gemeente Hoeksche Waard
Waar veel gemeenten kiezen voor een formele brief, kiest gemeente Hoeksche Waard bewust voor een persoonlijkere aanpak. Wethouder Paul Boogaard: “In de Hoeksche Waard zorgen we voor elkaar en zijn we er voor elkaar. We willen onze inwoners zo goed mogelijk helpen met het oplossen van schulden die ze op dit moment hebben en met het voorkomen van nieuwe problemen. Daarvoor is goed, persoonlijk contact belangrijk. Oprechte aandacht doet deuren letterlijk openen. We kiezen er daarom voor om onze inwoners een brief in een handgeschreven envelop te sturen en gaan vervolgens thuis op bezoek. We komen niet langs om geld te halen, maar om te kijken wat er aan de hand is en wat mensen nodig hebben om hun situatie weer op orde te krijgen. Belangrijk is dat zij zelf hun verhaal durven en kunnen doen en wij een goed beeld krijgen van hun situatie. Op basis daarvan bespreken we in goed overleg hoe we hen kunnen helpen en wat zij zelf kunnen doen.”
Vroeg Eropaf
De medewerkers die de huisbezoeken afleggen maken onderdeel uit van het wijkteam, genaamd `Vroeg Eropaf´. Boogaard vervolgt: “Een bezoek van een medewerker van het wijkteam klinkt al laagdrempeliger dan een bezoek van een medewerker van de gemeente. Kleine details maken echt het verschil. In driekwart van de gevallen komen onze medewerkers tot een gesprek als ze bij iemand thuis aanbellen. Dit is landelijk gezien een erg hoog percentage.”
Ook het traject na de huisbezoeken is van groot belang. De gemeente werkt met vaste contactpersonen, zodat mensen niet steeds opnieuw hun verhaal moeten vertellen. Er wordt een persoonlijk plan gemaakt en de gemeente kijkt op welke toeslagen inwoners mogelijk recht hebben. Dit kan gaan om schulddienstverlening, maar ook bij niet-financiële kwesties kan de gemeente hulpverleners inschakelen zodat problemen worden opgepakt en inwoners verder kunnen.
Groepsgesprek met inwoners
Het werkbezoek van de minister begon met een huisbezoek bij een inwoner van Oud-Beijerland die momenteel door de gemeente geholpen wordt met zijn schulden. Vervolgens ging de minister bij HWwerkt! in gesprek met verantwoordelijk wethouder Boogaard, vertegenwoordigers van Divosa (koepelorganisatie voor sociale diensten) en 2 inwoners die te maken hebben gehad met het team `Vroeg Eropaf´. Tijdens het gesprek kwamen zowel beleidskeuzes als persoonlijke verhalen aan de orde. De minister toonde zich zeer geïnteresseerd in de manier waarop de Hoeksche Waard omgaat met vroegsignalering. Minister Carola Schouten: “De Hoeksche Waard kiest voor een persoonlijke en laagdrempelige aanpak en boekt hier hele goede resultaten mee. De gemeente laat zien dat persoonlijke en oprechte aandacht werkt en is daarmee een voorbeeld voor andere gemeenten. Het team Vroeg Eropaf kan echt het verschil maken in de levens van mensen. Want door er vroeg bij te zijn en de juiste hulp te bieden, blijven schulden beheersbaar en zijn mensen weer sneller financieel gezond. Ik geloof in deze aanpak en heb daarom ook extra geld aan gemeenten ter beschikking gesteld om de vroegsignalering van schulden uit te kunnen breiden.”
Foto: Jeffrey Groeneweg