De Rekenkamer Hoeksche Waard heeft onderzoek gedaan naar hoe de gemeente vordert met gebiedsmarketing. In 2020 stelde de gemeenteraad maar liefst 1,4 miljoen euro beschikbaar om de Hoeksche Waard bekender te maken bij het grote publiek. De Rekenkamer concludeert nu echter dat een concreet ambitieniveau nog altijd ontbreekt en dat de effecten van gebiedsmarketing niet worden gemeten.
Voorzitter van de Rekenkamer Hoeksche Waard, Sandra van Breugel: “De Hoeksche Waard probeert allerlei doelgroepen te bereiken met z’n gebiedsmarketing: wonen om jonge gezinnen te trekken, werkgelegenheid centraal om mensen naar de Hoeksche Waard te trekken om vacatures te vervullen, leefbaarheid in de dorpen bevorderen, aandacht voor toerisme voor de eigen inwoners en voor bezoekers (regionaal, nationaal en internationaal) en het creëren van een goed gevoel bij de Hoeksche Waard. De Rekenkamer vindt dit heel erg breed en adviseert om focus aan te brengen.”
In de brief die de Rekenkamer aan de gemeenteraad heeft gestuurd, concludeert ze ook dat het de gemeente niet voldoende lukt om het bedrijfsleven te laten meedoen met de gebiedsmarketing. Doordat die inkomsten achterblijven, wordt het budget dat de gemeenteraad heeft vastgesteld, overschreden. Van Breugel: “De Rekenkamer adviseert de gemeenteraad in elk geval om duidelijker te maken wat ze wil bereiken met gebiedsmarketing. En om daarop de uitvoering aan te passen, om vervolgens ook echt te monitoren of die marketing succes heeft. Dat is nu echt onvoldoende duidelijk.”